Levensloop

Op 6-jarige leeftijd begon ik (samen met mijn tweelingbroer Frank) aan een 3-jarige AMV opleiding (AMV = Algemene Muzikale Vorming).
Dat hield in: wat liedjes zingen, klappen etc. en vooral onrust stoken tijdens de lessen.
Na die 3 jaar aanklooien wilde ik fagot gaan spelen, maar kreeg bij gebrek aan zo’n instrument een klarinet in handen gedrukt.
Op klarinet haalde ik HaFa diploma A, B en C.

De muziekschool had een bigband die wel 2 saxofonisten kon gebruiken. Mijn tweelingbroertje en mij werd gevraagd of we ook sax speelden. We waren op dat moment 11 jaar en deden de historische uitspraak: ” weet ik niet, geef maar zo’n ding”. Het einde van het verhaaltje is dat we een week later op sax in een bigband speelden. Tot op heden heb ik nog geen saxofoonles gehad.

Op 15-jarige leeftijd kwam de fagot bij de harmonie (koninklijke harmonie St. Cecilia uit Tegelen) vrij en dit instrument werd direct door mij in beslag genomen.
Na 2 weken hard oefenen aan de hand van een grepentabel maakte ik mijn rentree in het orkest en 4 maanden later kreeg ik mijn eerste fagotles.

Na diploma D voor fagot was de tijd rijp om met mijn Atheneum B diploma op zak naar het conservatorium te gaan.
Na 2 jaar conservatorium Maastricht, waar ik fagot en HaFaBra-directie studeerde, was ik door mijn fagotleraar aldaar zodanig gemotiveerd, dat ik mijn fagot aan de wilgen hing en aan de Nederlands-Duitse grens ging werken als declarant.

Na een jaar begon m’n muzikantenbloed toch weer op te spelen en deed ik toelating op het conservatorium in Arnhem, waar ik direct in het 3e jaar geplaatst werd. Joepie !
Hier kreeg ik fagotles van Ab Weegenaar, de toenmalige 1e fagottist van Het Gelders Orkest.
In het 5e jaar deed ik examen DM (Docerend Musicus) en vervolgde mijn studie met een jaar kamermuziek.

In het jaar dat ik examen DM deed, kwam er ook een vacature vrij bij de Johan Willem Friso Kapel in Assen.
Om een lang verhaal kort te maken: ik kreeg die baan en kon na een welverdiende zomervakantie direct in opleiding (want je wordt toch ook beroepsmilitair) om vanaf november 1993 daadwerkelijk mee spelen in de JWF Kapel.
Na een reorganisatie bij defensie zijn de landmachtorkesten opgeheven, waarna uit de groep musici 3 nieuwe orkesten zijn gevormd. Een daarvan is de Koninklijke Militaire Kapel “Johan Willem Friso” (KMKJWF) met als standplaats Assen.

In 2000 kocht ik via e-bay in Amerika een trombone voor $ 86 en begon voor mezelf daar wat op te toeteren. Na 3 jaar op eigen houtje wat aanklooien (hee, ik zie parallellen met m’n amv-periode) heb ik de trombonedocent van conservatorim Groningen, Jilt Jansma, gebeld met de vraag of hij me les wilde geven, met als uiteindelijk doel ooit toelating te doen. Hij was wel in voor een experiment, nodigde me uit om een keer langs te komen om te laten horen wat ik kon en tot mijn verbazing vond hij dat ik wel toelating kon doen.
Van september 2003 t/m juni 2006 volgde ik de studie trombone klassiek aan het conservatorium van Groningen.

In oktober 2010 kocht ik een 6-snarige basgitaar en ging daar (zoals ondertussen gebruikelijk is) wat op klooien en sinds die tijd heb ik bij het orkest dat ik dirigeer regelmatig de bastubaspeler(s) ondersteund tijdens concerten. Dirigeren en een instrument bespelen is mogelijk 

In juni 2011 leende ik een Franse fagot bij Max Vera in Wormerveer, want ik was wel benieuwd naar de tegenhanger van de Duitse fagot. In het begin was het een complete zoektocht naar de “goede” grepen, maar uiteindelijk begon het een beetje te lukken.
In oktober 2011 kon ik via Ebay in Engeland een Franse fagot van Duitse makelij kopen. Het instrument is ruim 80 jaar oud en is nog in prima staat. Foto’s zijn te zien onder de knop “Franse fagot”.
Sinds januari 2012 ben ik in het bezit van een splinternieuwe Buffet Crampon. Ik voel me na 11 jaar behoorlijk thuis op de basson, maar het is echt een groot verschil met de “normale” Duitse fagot.

Op dit moment speel ik nog steeds bij de KMKJWF en heb nog ruimte voor leerlingen die geïnteresseerd zijn in fagot-, trombone-, saxofoon- of klarinetles.